Hersenspinsels, pt. 5 – Musica Neurotica

Tijdens een speurtocht op het algemeen intussen wel bekende Internet kwam ik op een pagina over de American Music Awards, de AMA’s. In de Verenigde Staten zijn dit enorm prestigieuze awards, want gekozen door het publiek.

Maar wat voor een smaak heeft het Amerikaanse publiek, in 2018 won Taylor Swift weer eens 328 awards (metafoor) en ook Camila Cabello en Cardi B wonnen er enkelen. Ja, laat dat maar even indalen…Taylor vestigde sowieso een record door haar 4235e award (metafoor) te winnen en daarmee dus recordhouder te worden bij de vrouwelijke artiesten. Er is er nog één groter in totaal aantal awards: Michael Jackson. Ja, laat dat allemaal nogmaals maar even indalen: het houdt dus in dat Taylor Swift een groter artiest is (gemeten naar de awards en de populariteit bij het publiek) dan bijvoorbeeld Diana Ross, Aretha Franklin, Tina Turner, Barbra Streisand, Madonna en Adele. Ja, laat dat maar weer even allemaal indalen: fucking Taylor Swift, die we hier van welgeteld één nummer hit kennen die de vijfde plaats heeft bereikt (‘Shake it Off’). In totaal scoorde ze negen top-40 hits: nou zeg ik niet (juist niet) dat de top-40 leidend moet zijn voor goede muziek, maar in het genre dat zij ten gehore brengt is dat juist de doelgroep, getuige ook al die awards. Ter vergelijk: Madonna had (tot nu toe) 55 top-40 hits. Koekoek.

Nu verbaas ik me in Nederland ook over de ‘smaak’ die er heerst: Broederliefde, Frenna, Bokoesam en ga zo maar door vind ik heel ver verwijderd van wat ik muziek noem, maar wat de hedendaagse jeugd fantastisch vindt (bedankt, Dusan). Wat mij, naast de muziek zelf, vooral dwarszit is het taalgebruik: niet zozeer de scheldwoorden of aanstootgevende kreten, maar het gebruik van het ‘Nederlands’: ik als (zelfuitgeroepen) purist vind het echt verschrikkelijk. Het zal dichterlijke vrijheid zijn, het zal kunst zijn (want het blijft natuurlijk wel muziek, wat weet ik er nou van) en het zal aanslaan, maar deze muziek is echt niet voor mij. Nope, noppes, nada, nooit.

Er zijn enkele genres die ik sowieso slecht trek naast deze nieuwe Nederhop: jazz is er daar één van en eigenlijk wel de belangrijkste qua irritatie en ongemak. Ik word zenuwenziek van jazz. Pingeldepangelploeinkplinkplonkplink, alles lijkt door elkaar te razen, alles gaat (vaak) snel en ik krijg er een gevoel van dat ik ook snel moet, even snel mijn drankje opdrinken, snel naar huis, snel naar de tram en snel vooral door naar wat ik ook nog allemaal moet doen, snel, snel. Dat krijg ik van jazz: het gevoel alsof je vier gram speed in één keer achterover hebt geslagen en je een uur de tijd hebt gekregen om vier puzzels op te lossen. Of zoals Spud uit Trainspotting op een sollicitatie zit voor een baan die hij helemaal niet wil hebben, maar wel heel graag zijn uitkering wil behouden. Dat gevoel geeft jazz me dus.

Even terug naar waar ik vandaan kwam: het wil niet zeggen dat ik geen respect heb voor de mannen van Broederliefde (of al de rest die volgt in het nederhopgenre), sterker nog, ik heb tonnen respect voor ze: ze doen dingen met hun hart, want het blijft hun muziek, waar ze ook nog eens enorm succesvol mee zijn, dus eigenlijk kan ik alleen maar opkijken tegen hun manier van (veel) geld verdienen…en wat weet ik van muziek? Ik kom uit de gabberscene, uit de eerste golf van houseliefhebbers, uit de ‘Alles naar de Klote’ tijd. Tja…genoeg gezegd, denk ik.

Overigens was er in die tijd ook een enorme beweging die zich afzette tegen de gabbermuziek en alles wat daar in het verlengde van lag. Ik denk dat die beweging enorm gesteund werd door mannen van middelbare leeftijd die verandering heel moeilijk vonden….

Ik word oud.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *