Ik heb een Seizoen Club Card bij ADO Den Haag, waar ik van jongs af aan al kom: ik heb mijn ouders wel eens vervloekt (want zij namen me mee) dat ze me nooit naar een grote club hebben meegenomen of me supporter hebben gemaakt van een Barcelona of Arsenal. ADO Den Haag, of bij de échte oude supporters nog steeds FC Den Haag, was in de jaren zeventig een goede subtopper, won de KNVB Beker destijds ook één keer (bedankt, Henkie!!) maar zakte in de jaren tachtig weg, om in de jaren negentig op een zeer bedenkelijk niveau uit te komen: de Eerste Divisie, die destijds de Toto Divisie heette (gok ik, want dat kreng heeft tig verschillende namen gehad).
Laten die jaren negentig nou mijn toppunt zijn geweest als supporter. Den Haag speelde nog in het Zuiderpark, het stadion dat geliefd was bij de supporters, maar gehaat door elke tegenstander die er moest voetballen. Den Haag was agressie: eind jaren zeventig en door de gehele jaren tachtig was de reputatie van de supportersschare ontwikkeld tot de slechtste van Nederland. De Haagse supporters waren de gekste, de meest gevreesde en dan ook nog de meest verliezende: niet qua supportersgevechten, maar wel op het veld: FC Den Haag was niet zo goed, zeker niet zo goed als de club van de derde stad van Nederland zou moeten zijn.
Daar zat voor Den Haag dan ook vaak het probleem: wel de ‘probleemjongens’ uit de grote stad, maar niet de prestaties van een Ajax of Feyenoord. Wij verloren veel, werden weggehoond en uitgelachen en dat werkte weer vaak frustratie en geweld in de hand. Eigenlijk was Den Haag door dit gegeven beland in een vicieuze cirkel: door de slechte resultaten was er veel onrust en die onrust werkte de slechte resultaten weer in de hand. Tel daarbij op dat door al die onrust, door dat geweld, door die reputatie er zich geen sponsor meer wilde verbinden aan FC Den Haag waardoor er geen fatsoenlijke speler zich meer wilde en kon verbinden aan de FC. Natuurlijk heb ik lichtpuntjes meegemaakt in die jaren: Co Adriaanse met zijn kerstboom was mijn absolute held begin jaren negentig, maar daarna zonken we diep, heel diep. Ik bleef echter gaan, uit en thuis. Zo kwam je op de Langeleegte, op Sportpark Meerdijk, in de Geusselt, in de Vliert en noem alle stadions maar op. Één ding bleef overal gelijk: je was een bezienswaardigheid voor de locals, die al weken uitkeken naar het bezoek van de Beesten uit Den Haag.
In die tijd gebeurde er niet veel. In het begin van mijn actieve ‘supporters’ periode nog wel, maar ik heb eigenlijk alleen moeten rennen bij De Graafschap, Den Bosch (dat waren de leukste wedstrijden) en NEC. De uitwedstrijden bij Feyenoord, Ajax en Utrecht die ik wel geweest ben voor de sportieve malaise (en daarna) was alles al zo goed geregeld dat er niets meer kon gebeuren dan een paar stenen die over een rij containers werden gegooid. Overigens, ik ben verre van een hooligan hoor, ik ben een supporter…maar wel van FC Den Haag. Dat laatste zeg ik niet zomaar: je bent altijd en overal een trofee voor supporters van andere clubs, vandaar ook mijn renfestijnen in de provincie: voor 50 man ga je altijd op de loop, zeker met een man of drie (of alleen). Ergens geniet ik ook wel mee van de reputatie: uit bij Heracles, Oss, Volendam en in Breda zijn momenten die ik mijn leven niet vergeet. Geen vechtpartijen, maar kwajongensstreken waar ik uren over kan vertellen en waarvan de mooiste verhalen nog wel een keer terugkomen in deze memoires als de betreffende stad wordt aangedaan.
Het gekke is, ik ben nog maar sporadisch naar FC Den Haag (of toen alweer terug omgedoopt naar ADO) geweest toen ze juist weer terug keerden naar de Eredivisie en in het nieuwe stadion gingen spelen. Ik ben altijd blijven kijken, maar verhuisde destijds ook naar het noorden van het land en met het nieuwe stadion had (en heb) ik niet zoveel: ik zat vroeger op school in Moerwijk, vlakbij het Zuiderpark. De wegen erheen waren bekend, hier lag de historie, hier ging ik met mijn ouders en later vanaf mijn 15e alleen met mijn vrienden heen. Dit is Den Haag, niet een stadion op een industrieterrein dat eruit ziet als een blik zalm. Geen tot nauwelijks sfeer was er, zeker niet vergeleken met de intimiderende sfeer in het Zuiderpark. De keepers die geen bal aan de Westkant achter hun goal wilden pakken, de spelers die dat niet durfden voor Midden Noord, de spreekkoren (al dan niet gedoogd) en de echte voetbalsfeer in een echt, ouderwets stadion.
Intussen weet ik wel beter. Met het verdwijnen uit het Zuiderpark verdwenen namelijk ook de rellen, kwamen de sponsors en kwam het publiek terug. Het vertrek uit het Zuiderpark was voor ADO Den Haag de oplossing van veel problemen: sinds enkele jaren is Den Haag een stabiele middenmoter in de Eredivisie en wat voor mij altijd het mooiste is om te zien: er lopen vaders met kinderen, heel veel vaders (en moeders) met kinderen. Beelden die ik in het Zuiderpark nooit meer zag (niet gek met alles wat daar werd geroepen en wat er gebeurde), maar dit garandeert de toekomst van je club: jonge fans die weer trots kunnen zijn op hun club (ok, die 0-7 even daargelaten) en ja, ik heb sinds twee jaar weer een SCC: voetbal kijk je niet voor de buis, zoveel is me wel duidelijk.
Het heeft veertig jaar geduurd, maar FC Den Haag is weer op de weg terug naar daar waar ze horen, laten we hopen voorgoed met heel veel gezinnen die de weg naar het stadion blijven vinden. En ok, omdat het toch een beetje kruipt waar het niet altijd gaan kan en mag: ook met de boefjes die bij Den Haag horen.