Hersenspinsels, Pt. 15: Mount Doom

‘Ga hiken’, zeiden ze. ‘Dat is hartstikke leuk!’, zeiden ze. Ik luister nooit meer naar ze.

Ik ken mezelf kennelijk, na nu bijna 45 jaar, nog steeds niet goed genoeg om in te schatten wat ik en mijn niet-zo-sportieve lichaam nou precies wel en niet kunnen. Een kleine hike op een kleine verhoging langs de prachtige Ierse kust leek me dan ook een prachtig vormgegeven plan, ingegeven door mijn reispartner die wekelijks zulke hikes onderneemt in Nederland. Vanwege de (voor mij speciaal uitgezochte korte) afstand en het geringe hoogteverschil reisde ik vol verwachting naar de plek des (zoals later bleek) onheils.

Eerlijk is eerlijk: het zag er prachtig uit zo langs de Ierse Oostkust, uitkijkend over de Ierse Zee. Met het typische Ierse weer, alleen zonder de zeikregen waarvan we vrijdag genoeg hadden gezien, zag het er nog imposanter uit. Het padje waarover we wandelden lag er in het begin nog redelijk bij, de eerste afdaling richting zee was prima en de keitjes die we wierpen ook (buiten het feit dat mijn schouder me al maanden niet in staat stelt iets te werpen; een frozen shoulder heet het, hoe ik eraan kom weet niemand, hoe het weg gaat weet ook niemand maar dat zou op den (lange) duur moeten gebeuren).

So far, so good (je bent in Ierland of je bent het niet)! Echter, het pad dat we bewandelden werd slechter en slechter: geen regen vandaag, maar in de voorgaande dagen (/weken/maanden) was er meer dan genoeg gevallen om heel Ethiopië vijftien jaar van water te voorzien. Het zand werd bagger, het pad werd smaller en het glibberen begon. Op dat moment dacht ik nog: niet aan toegeven, gewoon blijven wandelen, niets aan de hand. Ik was geeneens moe of uitgeput, het was gewoon heel (hier past een ander woord beter, maar ik houd me in) glad.

Mijn reisgenoot is iemand die van wandelen houdt, die het dus regelmatig doet en het hele weekend ongeveer drie meter voor me liep, ik gok omdat we anders zouden gaan slenteren (in haar optiek: die van mij zou zijn dat we nog steeds doorliepen)(ik denk dat ik haar optiek kan vervangend door ieders-behalve-mijn-optiek). Dus ook hier was dit het geval: zij leidt de weg, ik volg. De schrik sloeg me dan ook even kort om het hart toen zij een kleine slipper maakte, maar netjes recht bleef staan.

Tja en toen kwam ik. Of het nou het schoeisel was, toch stiekem de moeheid, de slechte beheersing van mijn (lompe) lichaam of een combinatie van die drie, maar ik ging en hard ook. Mijn rechtervoet gleed weg, ik maakte een dubbele Rietberger met schroef maar mijn afsprong was verre van ideaal en ik landde vol in de bagger en de blubber. Op mijn bevroren schouder want ja, zo heb ik vroeger ooit leren vallen…in dit geval was dat beter geweest van niet, want het leek alsof ik in mijn ‘vlucht’ (het leek een seconde of 9 te duren) ook nog was neergeschoten met een dubbelloops jachtgeweer vanaf een meter of drie. Dwars door mijn schouder. Pijn auw. Land dan ook gewoon op je harses, kneus!

Daar lag ik dus, natuurlijk ook nog net op het ‘verste’ punt van de hele hike: het was terug net zo lang als doorlopen, zo bleek binnen enige tellen. Ik dacht als eerste alleen maar een helikopter die me moest wegtakelen naar een verrot, oud Iers ziekenhuisje in Bray alwaar ze mijn schouder zouden amputeren met een bot mes, dat alles zonder verdoving en met een volgend verblijf van drie maanden in vieze lakens en met kakkerlakken op de muren. Toen ik langzaam (naar ik later hoorde zeer langzaam) opkrabbelde en menig vloek bezigde besefte ik me ook dat mijn schouder waarschijnlijk niet geamputeerd hoefde te worden én dat ik ook niet met zo’n bungelend vangnet onder een helikopter afgevoerd zou worden. Wat ik wél zag is dat er enige bagger aan mijn kleding was blijven zitten…

Kijk, ik probeer altijd te voorkomen dat mensen mijn figuur kunnen koppelen aan viezig en/of slonzig in verband met stereotypering; dat lukt niet echt als ik van top tot teen bedenkt ben met dikke bagger. Ik voelde me dan ook (vooral) miserabel, vies en rot voor mijn reisgenote die haar hele hike in rook op zag gaan (of zoals de Ieren zeggen: in smoke off saw going). Gelukkig was er veel gras, waren er troostende woorden en wist ik dat ik ook niet anders kon dan erkennen dat er geen hulp hoefde te komen. Ik haat het woord, maar naar mijn reisgenote nog een oprechte (ook dat woord is niet mijn favoriet, haha): sorry!

Ik ben (lees: moest, want geen helikopter met takelmachine) uiteindelijk doorgelopen, maar erg veel ‘joie de vivre’ zat er niet meer in ben ik bang (lees: weet ik zeker). Bij het aanschouwen van een wilde kolonie (opgezocht) zeehonden die op het afgezette strand lagen klaarde mijn humeur weer iets op; dat was echter van korte duur want ander euvel viel mij ten deel, euvel waar ik niet teveel over zal uitweiden maar waardoor de ‘berg’, vanaf nu Mount Doom, nu van mij schijnt te zijn. Het werd een miserabel evenement, die hike, maar het maakte me meer dan ooit van tevoren duidelijk dat ik vooral moet doen wat ik wél kan: eind januari lekker één dag naar Brugge, vreten, zuipen, slapen en weer terug. Dat kan ik heel goed, dat weet ik nu al!

Overigens had mijn val niets te maken met de aardschok in Albanië, al beweren kwade tongen van wel. Echt niet. Althans, het lijkt me sterk. Toch?

De Stem van Noord

Deel 11: Iedereen out! Noa in!!

Het is zondagochtend en het is wederom een morgen na een verschrikkelijke avond. Gisteren wilde ik niet schrijven vanuit mijn emotie, maar helaas is die nauwelijks gezakt: ik schaam me kapot voor een elftal dat ons shirt niet meer waard is.

Gisterenavond werd het 4-0. Uit bij Heracles Almelo, kansloos. Wederom kansloos en in een periode dat er wordt verwacht dat er met bloed op de voetbalschoenen wordt gestreden gaf het hele elftal niet thuis: gelatenheid, weinig tot geen strijd en nergens de bereidwilligheid om een extra meter af te leggen of een signaal af te geven aan een ploeg in zwaar weer. Tel daarbij op dat het voetballend het hele jaar (of eigenlijk al drie jaar) niet om aan te zien is en het kansloze is snel verklaard.

Al drie jaar voetballend niet best, inderdaad. De vorige anderhalf jaar was het hopen op een bevlieging van El Khayati of de snelheid van Becker: het voetbal was toen ook niet goed, heel veel goals vielen vanuit de omschakeling of vanuit een puur briljante actie van El Khayati. Nu die er niet meer zijn valt het pas echt op dat Den Haag voetballend enorm veel tekort komt: er ontbreekt een idee vanaf het middenveld en eigenlijk is alleen Pinas een opbouwende verdediger.

Daar is dus niet op ingesprongen: dat kan (een nieuwe El Khayati vind je niet zomaar voor heel weinig centen), maar dan moet je een plan B hebben en ook dat is er duidelijk niet. De kritiek op Van As is dan ook meer dan terecht: er kwamen geen nieuwe spelers die echt een versterking bleken, buiten doelman Koopmans (die wel noodgedwongen werd opgesteld…) en lichtgewicht Summerville (die echter nog niet in de buurt komt van Becker) en dus slaat de balans duidelijk door naar het negatieve. Tel daarbij op de verkoop van Kanon die mijns inziens alleen uitgelegd kan worden als de creatie van salarisruimte en zie daar het Den Haag van nu.

Vorige week, thuis tegen Willem II, moet het ‘gewoon’ 2-7 worden: zó weggespeeld worden door een dergelijke club doet zoveel pijn dat ik de wedstrijd heb uitgegooid na de 1-3 en twee daarop volgende reuzekansen voor de gasten. Toen ik later mijn appjes bekeek en zag dat het 3-3 was geworden (door een wondergoal van de slechtste man van het veld, Goossens) wist ik geeneens of ik blij moest zijn: Den Haag was vernederd en weggespeeld. Wederom geen idee, puur op basis van opportunisme en vechtlust werd een punt (kennelijk) veiliggesteld. Jippie.

Ik werd pas echt boos na de interviews die ik zag met Alfons deze week. Ik weet nog dat ik enorm blij was toen hij kwam: een jongen uit de streek, die langere tijd voor Den Haag zelf speelde, die lekker kan praten en die over het algemeen aanvallend voetbal wil spelen. Helemaal top en eerlijk gezegd deed hij het de laatste twee jaar meer dan aardig: hij haalde ons weg van plek 18 en behaalde de playoffs. Nogmaals, niet met het beste voetbal, maar hij deed het maar wel mooi. Fons blijft altijd beleefd in interviews en blijft altijd voor zijn ploeg staan. Ik vind Fons echt een fijne vent en een aimabel persoon.

Juist daarom was het deze week een lichte shock dat ik Fons de grootste onzin uit hoorde slaan tot nu toe: Den Haag kan niet concurreren met ploegen als Willem II en FC Groningen die miljoenen kunnen investeren…serieus, Fons? Op basis van de begroting zouden we meer moeten kunnen investeren of zouden we nagenoeg gelijk moeten staan (Willem II 12,5 miljoen, Groningen 19 miljoen, Den Haag 15,5 miljoen). Feit is dat wij teveel ‘oude’ grootverdieners hebben rondlopen (de bedragen die dit jaar naar buiten kwamen wat betreft de verdiensten van Meijers en Beugelsdijk waren ronduit schandalig) en dat de scouting ruk is, zeker in vergelijking met die van hetzelfde Willem II…of is die 15,5 miljoen schromelijk overdreven en zouden we kleinere schoenen aan moeten gaan trekken? O ja, ter vergelijk: Heracles heeft een begroting van 12 miljoen. Conclusie is in ieder geval dat we verkeerde dingen doen met het aanwezige geld. Oh nee, er is geen aanwezig geld want met de transferopbrengsten (die sowieso een lachertje waren, ook op het conto van Van As) zijn de schulden omlaag gebracht. De schulden, ja.

Dat we blind zijn wat betreft verjonging, wat betreft huren van de grote ploegen en eigenlijk wat betreft een visie hoor ik Fons of wie dan ook vanuit de club nergens zeggen. Niet zo gek, want daar schieten ze zichzelf keihard mee in de voet: er is namelijk geen visie. Er is nauwelijks jeugd die doorstroomt en we presteren ieder jaar weer iets minder dan het jaar ervoor wat uiteindelijk zal leiden tot degradatie. Het vijfjarenplan wordt al helemaal niet meer over gerept (het worden van een regelmatige subtopper in Nederland) en dus glijden we af.

Ik hoor nu veel geluiden dat niemand iets met deze groep zou kunnen: daar geloof ik ook niet in. Kijk eens naar een RKC (begroting: 7 miljoen), dat frivool, combinerend voetbalt. Kijk eens naar Sparta (begroting: 11 miljoen), dat onbevangen de strijd aangaat met iedere ploeg met herkenbaar voetbal en veel eigen jeugd. Dat neem ik Fons kwalijk: er zit niets in. Geen patroon, geen automatisme en het is vooral angst. Hoe Lex gisteren voetbalde in Almelo vind ik ronduit droevig: niets herken ik meer in de Haagse strijder die het middenveld jarenlang domineerde. Geen driehoekjes te zien, geen aanvallende intenties. Niets. Dat is het werk van een trainer: patronen erin slijpen en spelers laten doen waar ze goed in zijn. Dat lukt Fons van geen kant (meer) en dus is het tijd voor een frisse wind. Let wel, niet alleen op de trainerspositie, maar binnen alle geledingen van de club! Iedereen out!

Intussen kijk ik weer naar een ontketende Noa Lang bij onze Amsterdamse vrienden. Hoe mooi zou het zijn geweest als iemand vanuit het bestuur mijn columns zou lezen en deze naam had vastgelegd op de zwaar onderbezette linksbuiten positie toen ik over hem schreef. Nu is het te laat: hij speelde de pannen van het dak in Lille en scoort een hattrick vandaag in Enschede.

Maar goed, onze schulden zijn omlaag gebracht en dat is ook veel waard: zoveel namelijk dat deze na een eventuele degradatie weer torenhoog op zullen lopen. Nu wachten met ingrijpen (twee thuiswedstrijden voor de boeg, tegen FC Twente en FC Groningen) zal consequenties hebben. Het nu ineens verwachten dat ze wel kunnen gaan voetballen in deze samenstelling is hoop die gebaseerd is op niks: er zit namelijk geen voetbal in.

En dus: iedereen out! Noa in! Dat laatste lukt natuurlijk nooit meer, maar pak dan een Brobbey, Ekkelenkamp, Bandé of Eiting en verkoop Meijers, Malone, Bakker, Goossens, Kramer en Beugelsdijk aan FC de Efteling. Dat moet onze fantastische Technisch Directeur Jeffrey van As toch wel lukken?